top of page

De stad stad wordt mooier

met deze 5 uitgangspunten...

1. Creëer oriëntatie, ordening, maar ook variatie...

Hoewel Nederlandse beleidsmakers altijd veel aandacht hebben voor het eerste, wordt het tweede gedeelte - variatie - nog 

wel eens wat naar achteren geschoven. Logisch ook, want herhaling van zetten levert veel economisch voordeel op tijdens 

de ontwerpfase, maar vooral natuurlijk bij de inkoop- en uitvoeringsfase. Door kleine variaties aan te brengen in de te realiseren nieuwbouw, kun je echter een unieke beleving geven aan ieder bouwproject. Dit geeft identiteit aan de bewoners. 

Een uniek gebouw dat kwaliteit uitstraalt en gewaardeerd wordt in de stad is bovendien flexibeler dan welk demontabel gebouw dan ook. 

Voor gebouwen die de stad persoonlijkheid geven, zullen we meer ons best doen ze te behouden. We zullen ze restaureren of 

een nieuwe functie te geven, zolang ze maar een bijdrage kunnen blijven geven aan het karakter van hun omgeving. 

 

2. Respecteer privacy, maar maak het leven in de stad zichtbaar...

De huidige trend gaat steeds vaker richting privacy van woon- en buitenruimte. Tot op zekere hoogte is dat een fijne ontwikkeling. 

Aan de andere kant vinden we de oude binnensteden zo aantrekkelijk, juist omdat we een beetje bij elkaar naar binnen kunnen kijken.  

We groeten elkaar graag vanuit de tuin of zien dat de buren op hun balkon aan het ontbijten zijn. Het maakt onze omgeving warmer

en we worden er vriendelijkere mensen van. 

3. Houd de menselijke schaal in het oog... 

Er rijzen steeds meer hoge torens op in de binnenstad. Deze bieden de stad uiteraard een mooie skyline en het uitzicht binnen zal

zeker tot de verbeelding spreken. Wij zijn echter van mening dat deze bouwwerken door hun schaal voor de openbare ruimte een

vervreemdende en onpersoonlijke werking kunnen hebben. Zeker op straat niveau betekent dit vaak dat de begane grond veel 

ruimte inneemt voor parkeergarages, bergingen en brievenbussen. Ruimtes die niet echt het leven van de stad laten zien.

 

Om de stad voor de bewoners aangenaam en behapbaar te maken moet je als architect juist denken in lagere bouwwerken en kleinschalige 

interventies. Af een toren of een hoger bouwwerk kan best, maar laten we ze dan wel goed inpassen op straatniveau en laat het dan een

bijzonder gebouw of icoon zijn (zoals bijvoorbeeld een stadhuis of kerk dat vroeger was in vrijwel iedere Nederlandse stedelijke omgeving).

4. Think local, attract global...

De 'generic city' die Koolhaas in 1995 al beschreef is steeds meer in opkomst. Steden beginnen wereldwijd meer en meer op elkaar te lijken. 

Door aandacht te geven aan plaatselijke aspecten kun je de identiteit van de stad bewaren en versterken. Dit hoeft niet te betekenen dat je

historiserende architectuur gaat toepassen.  Slechts enkele elementen kunnen het identieke gevoel van de stad al oproepen. 

Het ritme van de gevel, het materiaal dat in de omgeving vaak voorkomt of de toepassing van buitenruimtes zijn slechts enkele voorbeelden,

die we kunnen gebruiken. Niet alleen de stadsbewoners kunnen zich dan beter met hun stad of buurt identificeren, ook toeristen brengen

over het algemeen liever een bezoekje een plaatsen met een eigen signatuur. 
 

5.  Laat de kwaliteit van het materiaal zijn werk doen... 

Of je nu kiest voor metselen met baksteen, gegoten beton of voor lassen met staal, architectuur betekent materiaal toepassen. De architect verbindt deze materialen aan elkaar en maakt er één gebouw van. Materialen kunnen een bepaald gevoel overbrengen, 

dat veel sterker werkt dan de toegepaste vormentaal of het bouwvolume. De toepassing van verschillende materialen is dus heel 

bepalend voor de sfeer die je wil oproepen  

bottom of page